Het vinden van nieuwe oplossingen is vaak een kwestie van vallen en opstaan, en van weer doorgaan. Als wetenschappers één ding nodig hebben, is het doorzettingsvermogen. Dat was ook het geval bij prof. dr. Erik Storkebaum. Hij ontdekte een mogelijke behandeling voor HMSN type 2D. Maar hoe krijg je dit op de juiste plek in het lichaam? Van virussen tot nanodeeltjes, de zoektocht naar de juiste bezorgmethode was uitdagend. Maar een nieuwe benadering brengt hoop.
Extra voorraad nodig
“Toen ik 16 jaar geleden met dit onderzoek begon, wist niemand waar het met HMSN precies fout gaat. Inmiddels is dat gelukkig anders. Wat we hebben ontdekt, is dat mensen met HMSN type 2D ziek worden omdat ze een tekort hebben aan het molecuul tRNA. Dit molecuul wordt gekaapt door een verkeerd geprogrammeerd enzym. Daardoor kunnen belangrijke eiwitten onvoldoende gemaakt worden en sterven de zenuwen af. Dat was een doorbraak, want nu we weten wat er misgaat, kunnen we heel gericht op zoek gaan naar een oplossing.”
“Uit ons onderzoek in het lab blijkt dat een extra voorraad tRNA ervoor zorgt dat de zenuwen gezond blijven en er helemaal geen klachten ontstaan. Kortom: met extra tRNA word je niet ziek. Maar hoe krijg je het tRNA in de cel? Dat bleek nog best een uitdaging te zijn. Eerst hebben we het verpakt in microscopisch kleine druppeltjes vet (nanodeeltjes), die we lieten samensmelten met de celwand zodat het tRNA naar binnen kon. Maar deze route liep dood, het lukte niet om het tRNA op de goede plek te krijgen. Bovendien weten we inmiddels dat tRNA niet superstabiel is. Zelfs als je het de cel in krijgt, valt het na een paar weken uit elkaar en zou je opnieuw moeten beginnen.”
Een andere invalshoek
“We moesten dus een heel andere invalshoek nemen. Wat als je niet het tRNA de cel in brengt, maar een stukje gezond DNA, waardoor het lichaam zelf meer van het belangrijke tRNA gaat produceren? Het gaat om een mooi cirkelvormig stukje DNA, dat we in een ‘virale vector’ hebben gestopt. Dat is een aangepast virus waar je niet ziek van kunt worden, maar dat nog wel de cel binnen kan dringen om daar het DNA af te leveren. Dat kunnen we inspuiten in holtes in het brein. Zo komt het in het hersenvocht, dat ook rond het ruggenmerg zit. En wat blijkt? Het ingebrachte DNA zorgt dat er weer genoeg tRNA wordt aangemaakt én het blijft zijn werk doen. Je hoeft het dus in principe maar één keer in te spuiten.”
“Voordat ik verderga, moet ik benadrukken dat we nog niet zover zijn dat we dit kunnen testen bij mensen. We moeten nog heel wat stappen zetten voordat dat kan. Maar we hebben in ons laboratorium net de eerste resultaten gezien en die zijn echt spectaculair. Als we het stukje DNA inbrengen, kunnen we de ziekte voorkomen, zodat er geen symptomen ontstaan.”
Achteruitgang stoppen
“Nu is het natuurlijk zo dat de meeste mensen zich pas melden als ze al klachten hebben. De volgende stap is dan ook dat we gaan kijken of we de ziekte niet alleen kunnen voorkomen, maar ook stopzetten of zelfs omkeren. Dat is ontzettend spannend, zoiets kan ook zeker niet bij alle spierziekten, soms is de schade onherstelbaar. Maar bij HMSN sterven de zenuwcellen zelf niet af, daarom is het denkbaar dat we een nieuwe verbinding tot stand kunnen brengen tussen de spieren en de zenuwcellen. Als dat zou lukken, kunnen we voor een bepaalde vorm van HMSN in de toekomst niet alleen de achteruitgang stoppen, maar ook de symptomen verbeteren.”
“Als het allemaal lukt en deze aanpak ook werkt in de mens, dan hebben we hiermee niet alleen de eerste effectieve behandeling gevonden voor HMSN. Het zou dan ook de eerste vorm van gentherapie zijn voor de productie van tRNA. En dat maakt dit ook enorm interessant voor een heleboel andere ziekten, bijvoorbeeld voor de behandeling van kanker.”
Waterval aan oplossingen
“Ik zie het als het eerste gaatje in de dijk. We gaan door totdat er een waterval aan oplossingen ontstaat, waarmee we veel meer mensen kunnen helpen. Er is nog heel veel werk te verzetten, maar we zitten op een kansrijk spoor en dat is fascinerend om mee te maken. Mensen denken soms dat fundamenteel wetenschappelijk onderzoek saai is, maar ik zie het als een kans om al onze creativiteit en kennis aan te boren om iets unieks tot stand te brengen.”