Mensen die in het verleden polio hebben gehad, kunnen vele jaren later het postpoliosyndroom (PPS) ontwikkelen. Dit onderzoek richt zich op de psychische problemen van mensen met klachten van PSS.
Achtergrond van het onderzoek
Polio wordt veroorzaakt door een virus, wat bij sommige mensen bepaalde zenuwcellen in het ruggenmerg heeft aangetast. Nadat mensen genezen zijn, herstelt het lichaam de verbinding tussen de spieren en het ruggenmerg. Bij iemand met PPS verliezen deze herstelde onderdelen geleidelijk aan hun functie. PPS wordt gekenmerkt met symptomen van nieuwe of progressieve spierzwakte, pijn, (ernstige) vermoeidheid en achteruitgang in fysiek functioneren. Naast de lichamelijke gevolgen, moeten mensen met PPS ook psychische gevolgen onder ogen zien. Revalidatie-interventies gericht op de behandeling van psychische problemen bij mensen met PPS zijn maar heel beperkt beschikbaar, terwijl veel patiënten psychologische problemen ervaren. Op basis van eerdere ervaringen van patiënten met cognitieve gedragstherapie gaan de onderzoekers een online-ondersteunende cognitieve gedragstherapie ontwikkelen.
Doel van het onderzoek
Bij deze online-therapie worden een beperkt aantal face-to-face sessies gecombineerd, om het aantal bezoeken aan het behandelcentrum en daarmee de belasting voor de patiënten te verminderen. De behandeling is zo makkelijker in te passen in het dagelijks leven. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een online-ondersteunde cognitieve gedragstherapie voor PPS-gerelateerde psychische problemen. Daarnaast het verzamelen van gegevens over de ervaringen van patiënten met en effectiviteit van het online-ondersteunende cognitieve gedragstherapie voor PPS-gerelateerde psychische problemen. Mocht deze nieuwe therapie effectief zijn, dan kan de behandeling direct in de klinische praktijk worden toegepast.
Tussentijdse resultaten
De onderzoekers hebben het ontwerp van de behandeling gefinaliseerd, waarbij ook ervaringsdeskundigen zijn betrokken. In 2023 is gestart met het werven van deelnemers. Momenteel zijn 9 deelnemers gevonden, waarvan 6 de behandeling hebben gevolgd en afgerond. Het komende jaar hopen de onderzoekers nog 2 tot 5 deelnemers te kunnen vinden.