Patiënten met dunnevezelneuropathie hebben vaak zeer ernstige pijnklachten en reageren onvoldoende op beschikbare pijnmedicatie. Ongeveer een derde van de patiënten heeft een specifieke erfelijke afwijking. In dit onderzoek wordt een nieuw middel getest dat op deze afwijking ingrijpt. Dit middel kan mogelijk de pijnklachten verminderen, met minder bijwerkingen.
Achtergrond van het onderzoek
Dunnevezelneuropathie is een aandoening waarbij selectief de dunne zenuwvezels zijn aangedaan. De pijnklachten die hierdoor ontstaan, worden niet goed verminderd door beschikbare pijnmedicatie. Deze medicatie geeft bovendien vaak veel bijwerkingen. Bij ongeveer dertig procent van de patiënten met dunnevezelneuropathie is een erfelijke afwijking in een zoutkanaal in de zenuw de oorzaak van de ziekte.
Doel van het onderzoek
In dit onderzoek zal een nieuw middel tegen pijn (lacosamide) worden getest bij twintig patiënten met een afwijking in het zoutkanaal. Dit middel blokkeert specifiek het aangetaste zoutkanaal in de zenuw en zou op die manier de pijnklachten kunnen verminderen met minder bijwerkingen. Artsen schrijven het middel voor bij epilepsie.
Eindresultaten
Het middel werd onderzocht bij ruim twintig deelnemers met een afwijking in het zoutkanaal. Zij kregen ieder een periode lacosamide en een periode een placebo, een niet werkend middel. Zowel de onderzoekers als de deelnemers wisten niet in welke periode de deelnemers het echte middel of het niet werkende middel kregen toegediend. Bij de helft van de deelnemers verminderde de pijn in de periode dat ze lacosamide kregen toegediend. Ook verbeterde de algemene toestand bij een derde van de deelnemers en nam de invloed van pijn op slaap af. In vergelijking, in de periode dat de deelnemers een placebo kregen, verminderde de pijn bij minder dan kwart. En verbeterde de algemene toestand maar bij zo’n 4% van de deelnemers. Het middel werd goed verdragen en was veilig in gebruik.
De onderzoekers concluderen dat lacosamide een werkzame, veilige en goed te verdragen behandeling is voor patiënten met DVN met een afwijking in het zoutkanaal. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of het middel ook werkzaam is bij andere DVN-patiënten.