Gentherapie: innovatief en veelbelovend
De weg naar een medicijn voor spierziekten leek tot voor kort pijnlijk lang en ingewikkeld. Nu is er hoop, dankzij gentherapie.
Dit onderzoek is onderdeel van ons Onderzoeksprogramma Gentherapie. Het doel van dit programma is om binnen vijf jaar gentherapie te testen bij mensen met een spierziekte in Nederland. Hiermee wil het Spierfonds de strijd tegen spierziekten een ongeëvenaarde impuls geven. De komende vijf jaar is hier zo’n vijf miljoen euro voor nodig. Help jij mee gentherapie mogelijk te maken?
De ziekte van Duchenne is een ingrijpende spierziekte die vrijwel alleen bij jongens voorkomt. De spieren van patiënten verliezen langzaam hun kracht en uiteindelijk worden de ademhalingsspieren en het hart aangetast. De levensverwachting is laag, slechts bij uitzondering worden mannen met Duchenne ouder dan veertig jaar. De ziekte van Duchenne is een erfelijke spierziekte. Dat wil zeggen dat het wordt veroorzaakt door een fout in het DNA. Door deze fout, in het ‘dystrofine-gen’, ontbreekt het eiwit dystrofine. Dit eiwit geeft de spieren hun stevigheid en zonder dystrofine sterven de spiercellen langzaam af. Er bestaat nog geen medicijn voor de ziekte van Duchenne.
Onderzoekers in Leiden willen met gentherapie de erfelijke fout die de ziekte van Duchenne veroorzaakt, repareren. Dat doen ze met de zogenoemde ‘moleculaire schaar’ (CRISPR/Cas9): een techniek waarmee heel precies in het DNA geknipt kan worden. Door de fout in het dystrofine-gen uit het DNA te knippen, wordt een verkort, maar wel (deels) functioneel dystrofine-eiwit geproduceerd. De onderzoekers zullen de gentherapie direct in het lichaam toedienen, via een lokale injectie in de bovenarmspier, de biceps. Om de moleculaire schaar in de spiercellen te krijgen, wordt gebruik gemaakt van de iTOP-technologie die eerder door de onderzoekers is ontwikkeld. De iTOP-technologie is een effectieve manier om stoffen de cel in te krijgen.
Het afgelopen jaren hebben we de onderzoekers zich gericht op het bepalen van de locatie waar CRISPR/Cas het beste kan knippen. Hiervoor zijn in gekweekte cellen vijftig verschillende mogelijke knipplekken onderzocht. Hiervan zijn er nu nog zeven over. De komende periode gaan de onderzoekers de zeven overgebleven knipplekken nog uitvoeriger onderzoeken, om uiteindelijk de beste plek te kunnen kiezen. Ze hebben gezien dat de methode geen ernstige weefselschade of globale bijwerkingen veroorzaakt en vooralsnog lijkt het dat het immuunsysteem de werking niet negatief beïnvloedt. Daarnaast gaan de onderzoekers kijken hoe ze, als alles verloopt zoals zij hopen, de gentherapie bij patiënten zouden moeten toedienen.
De weg naar een medicijn voor spierziekten leek tot voor kort pijnlijk lang en ingewikkeld. Nu is er hoop, dankzij gentherapie.
Prof. dr. Niels Geijsen, prof. dr. Jan Verschuuren, prof. dr. Annemieke Aartsma-Rus, dr. Erik Niks & dr. Hermien Kan
LUMC
€ 600.000,- (deel 1)
Niels Geijsen is moleculair bioloog in het LUMC. Hier doet hij onderzoek naar het ziekteproces van erfelijke spierziekten, zoals FSHD en de ziekte van Duchenne, en het ontwikkelen van technologieën om erfelijke fouten in het DNA te repareren.