Een prominent kenmerk van SMA is het verzwakken van de armspieren. In dit onderzoek wordt de arm- en handfunctie van mensen met SMA onderzocht voor de ontwikkeling van een arm-exoskeleton specifiek voor SMA.
Achtergrond van het onderzoek
Het zo lang mogelijk kunnen gebruiken van de arm- en handfunctie wordt door mensen met SMA als één van de belangrijkste doelen gezien in het behoud van de kwaliteit van leven. Er is inmiddels een prototype voor een armondersteuner (een exoskeleton) ontwikkeld voor de mensen met de ziekte van Duchenne. Dit is een orthese die gebruikt kan worden om langdurige activiteiten met de arm, zoals computeren, eten, en zelfverzorging, te ondersteunen. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat de armfunctie van mensen met SMA en Duchenne vrij vergelijkbaar is. Wellicht is het ontworpen prototype dus ook toepasbaar voor mensen met SMA.
Doel van het onderzoek
In dit onderzoek wordt de arm- en handfunctie van mensen met SMA in detail onderzocht. Zo kan worden bepaald of de armondersteuner die voor Duchenne is ontwikkeld ook toegepast kan worden bij mensen met SMA.
Eindresultaten
De onderzoekers bekeken de armfunctie van 17 mensen met SMA met verschillende ziekte-ernst. Hieruit blijkt dat, anders is dan bij mensen met Duchenne, de mogelijkheden tot armbewegingen vooral bepaald worden door de spierkracht en niet door verkortingen van spieren (contracturen). Daarnaast neemt de armfunctie af naarmate de ziekte vordert, maar zijn er grote verschillen tussen patiënten.
De onderzoekers testten vervolgens het prototype exoskeleton bij 3 mensen met SMA en 3 mensen met Duchenne. Ze zagen dat de armondersteuner de vermoeibaarheid van de armen vermindert en het uitvoeren van dagelijkse activiteiten makkelijker maakt. Wel zijn enkele aanpassingen nodig voor mensen met SMA om de handfunctie te ondersteunen.