Eindresultaten
De onderzoekers lieten 15 mensen met SMA type 2-4 en 15 controles een armfietstest uitvoeren in een MRI-scanner. Tijdens het fietsen is de energiehuishouding in de armspieren vastgelegd zodat ze de resultaten van mensen met en zonder SMA konden vergelijken.
De onderzoekers verzamelden zo unieke informatie over de samenstelling van de spieren bij mensen met SMA en de energiehuishouding van die spieren. Ze vonden een verandering van de samenstelling in de spieren die past bij de lagere spierkracht van mensen met SMA. Het overgrote deel van de spieren laat geen verandering van energiehuishouding zien, maar bepaalde spiervezels herstellen wel langzamer na inspanning in vergelijking met deze spiervezels bij mensen zonder SMA. Dit is een mogelijk aangrijpingspunt voor behandeling.
De onderzoekers concluderen dat de energiehuishouding in spieren bij mensen met SMA waarschijnlijk geen oorzaak is van de ervaren vermoeibaarheid. Deze studie heeft gezorgd voor nieuwe inzichten in de samenstelling en werking van de spieren bij SMA. Met deze inzichten hebben we in de toekomst meer variabelen die we kunnen meten om het effect van behandelingen of trainingen te onderzoeken. Dit geldt niet alleen voor mensen met SMA, ook mensen met andere spierziekten zouden in de toekomst hierop getest kunnen worden.