Met een speciaal schaartje de DNA-fout bij de ziekte van Duchenne herstellen
Onderzoekers gebruiken een soort moleculaire schaar, genaamd CRISPR/Cas, om de DNA-fout in de cel te…
De ziekte van Duchenne tast de spieren al op vroege leeftijd aan. Hierdoor belanden Duchenne-patiënten al op vroege leeftijd in een rolstoel. Voor de meeste patiënten is nog geen therapie beschikbaar. Daarom investeert het Spierfonds in een nieuw onderzoek van moleculair celbioloog dr. Manuel Gonçalves en geneticus prof. dr. Annemieke Aartsma-Rus. Hun doel: een therapie voor Duchenne ontwikkelen!
De ziekte van Duchenne is een ingrijpende spierziekte, waarbij de spieren langzaam hun kracht verliezen. Uiteindelijk worden ook de ademhalingsspieren en het hart aangetast. Kinderen met Duchenne zijn vaak rond hun tiende al op een rolstoel aangewezen en krijgen rond hun twintigste ademhalingsondersteuning. “Voor de meeste mensen met Duchenne is er momenteel geen therapie beschikbaar”, vertellen Gonçalves en Aartsma-Rus. “Behandeling is puur symptomatisch en heeft veel bijwerkingen. Daarom is het belangrijk dat er onderzoek wordt gedaan naar manieren om het genetische probleem aan te pakken.”
Bij de ziekte van Duchenne wordt het eiwit dystrofine niet aangemaakt omdat er een fout zit in de genetische code, in het DNA. Daardoor worden er kopieën gemaakt van het dystrofine-gen die onleesbaar zijn. Normaal gesproken worden die vertaald in eiwit, maar dat kan niet als de kopieën onleesbaar zijn. Door het ontbreken van dit dystrofine-eiwit sterven de spiercellen langzaam af.
“Een logische therapie is om de eiwitproductie weer te herstellen. Bijvoorbeeld met gentherapie. Hiermee kun je heel gericht correcties aanbrengen in het DNA. Bij Duchenne heeft dit als doel de genetische code weer leesbaar te maken. Dan wordt een dystrofine-eiwit aangemaakt dat kleiner is dan normaal, maar wel deels werkt. De spiermassa die je al kwijt bent, krijg je hiermee niet terug. Maar hopelijk kun je wel de verdere achteruitgang vertragen.”
Voordat het zover is, is nog verder onderzoek nodig. “Deze aanpak kent nog een aantal uitdagingen. De therapie moet op een efficiënte manier in de spieren gekregen worden. En we moeten er natuurlijk voor zorgen dat de correctie alleen plaatsvindt op de gewenste locatie in het DNA.” Genoeg werk aan de winkel dus. Maar het plan van de onderzoekers is duidelijk. “We weten dat de huidige technieken voor gentherapie niet specifiek genoeg zijn. Daarom gaan wij in ons onderzoek verschillende gentherapie-technieken in het laboratorium testen die specifieker zouden moeten zijn.”
De stip op de horizon is voor de onderzoekers duidelijk. “Wij hebben allebei Duchenne-patiënten ontmoet en zij verdienen een therapie! Ondanks de talrijke uitdagingen die voor ons liggen, is het doen van onderzoek naar een mogelijke therapie voor een ongeneeslijke ziekte als Duchenne enorm motiverend!”