Voorafgaande infecties als voorspeller van het Guillain-Barré syndroom
Diverse infecties zijn in verband gebracht met het ontstaan van het Guillain-Barré syndroom, maar was…
“Het is een kroon op het werk.” Neuroloog Christa Walgaard is gepromoveerd op haar onderzoek naar het Guillain-Barré syndroom. Hierin ontdekte ze meer over het ziekteverloop van deze spierziekte en hoe daarop te anticiperen.
Het Guillain-Barré syndroom (GBS) is een auto-immuunziekte van de zenuwen in de armen en benen, waarbij patiënten binnen enkele dagen tot weken ernstig verlamd raken, gevoelsstoornissen ontwikkelen en vaak ook pijn. Herstel treedt altijd op, maar er zijn grote verschillen in de mate en snelheid van herstel. Het is belangrijk om te kunnen voorspellen welke patiënt met GBS ernstig verlamd raakt en aan de kunstmatige beademing zal komen, zodat behandeling hierop kan worden aangepast in een vroeg stadium. Voorspelmodellen helpen om beslissingen over de behandeling te onderbouwen, om patiënten en hun familie voor te lichten en om de opzet en interpretatie van ‘klinische trials’, onderzoek waarbij een kandidaatmedicijn bij mensen wordt getest, te ondersteunen.
“GBS is een indrukwekkend ziektebeeld en ik wilde een bijdrage leveren aan een betere behandeling”, vertelt dr. Walgaard. “Het doel van ons onderzoek was het beter kunnen voorspellen wat het ziekteverloop van de individuele GBS-patiënt is en door betere therapie het herstel van patiënten met GBS met een slechte prognose te verbeteren.”
“Het is dankzij het onderzoek mogelijk om bij de diagnose GBS te kunnen voorspellen of een patiënt beademing nodig zal hebben”, licht dr. Walgaard toe. “Met de voorspelmodellen kunnen we hier beter op anticiperen. Ook is gebleken dat een tweede immunoglobuline-kuur het herstel van GBS-patiënten met een slechte prognose niet verbeterd en zelfs schadelijk kan zijn door bijwerkingen”, vervolgt dr. Walgaard. Voor deze kuur worden afweerstoffen van donoren gebruikt die het immuunsysteem proberen te herstellen. “Voorheen werd nog wel eens een tweede kuur gegeven in dit soort gevallen. We weten nu dat we dit niet moeten doen.”
Met de gegevens van het onderzoek kunnen nog veel meer onderzoeksvragen beantwoord worden. De zoektocht naar betere therapie voor deze groep patiënten gaat nog steeds door.
De promotie van Christa Walgaard vond plaats op 22 maart aan de Erasmus Universiteit. Het onderzoek van dr. Walgaard werd uitgevoerd onder leiding van prof. dr. Pieter van Doorn en prof. dr. Bart Jacobs en werd mede gefinancierd door het Prinses Beatrix Spierfonds.